
Ingrid Wagenaar is enthousiast tuinier en oud-journalist. Voor Groei en Bloei Sneek schrijft ze over het wel en wee van haar tuin aan de Dr. Obe Postmastraat in Sneek. Een paar jaar geleden won haar tuin de prijs van Groei en Bloei voor mooiste tuin van Sneek en ook in 2025 kreeg haar tuin weer een eervolle vermelding. De tuin, met de toepasselijke naam De tún fan Obe Postma, is op afspraak voor groepen en tijdens het Nationaal Tuinenweekend en “Fryslân iepenet syn tunen” ook in 2025 weer open.
Kleurrijke veranderingen in de tuin
De regen komt met bakken uit de lucht als ik deze column schrijf. De regenmeter loopt zelfs over. En er is storm op komst. Kortom: het is nu echt herfst. Ik heb al mijn bloembakken buiten verzameld en naar het tuinhuisje gesleept. Samen met mijn kleinzoon die daarna ook nog alle paden in de tuin heeft geveegd. Dat leverde twee kruiwagens vol bladeren op die hij, milieubewuste tuinder in de dop, aan de compostbak doneerde.
Het loonbedrijf is geweest en daardoor is de sloot aan de achterzijde gehekkeld en weer mooi breed en schoon. Volgend voorjaar zal het wel weer een explosie van riet zijn waardoor je op het einde van het seizoen bijna geen water meer ziet. Het gevoel van ‘wonen aan het water’ is daardoor fors verstoord. Maar gelukkig heb ik nog mijn twee vijvers, die heb ik qua riet wel onder controle.
Omdat er niet zo heel veel werk meer in de tuin is, was er tijd voor een leuk uitstapje naar Stichting Herbarium Frisicum in Wolvega. Een echte aanrader om eens naar toe deze herfst/winter. De enthousiaste oprichter van deze stichting Karst Meijer, gaf een interessante rondleiding waarbij we verschillende herbaria te zien kregen. Er zat zelfs een super historisch exemplaar bij, een zee herbarium, uit de 19de eeuw. Maar ook herbaria gemaakt door Joodse onderduikers én eentje van het Belgische koningshuis. Duizenden herbaria liggen er opgeslagen en vrijwilligers werken er elke week aan het inventariseren. Zeer indrukwekkend. Onze gastheer vertelde ook over zijn grote liefde voor paardenbloemen wat resulteerde in een geheel andere kijk op deze bloem. Niks niet onkruid, deze plant moeten we koesteren! We kregen ook nog een lesje in bramensoorten, er schijnen in Nederland meer dan 200 soorten te zijn. We werden gewaarschuwd voor de dijkviltbraam. Dat blijkt een invasieve exoot te zijn die alle inheemse soorten er hier uitwerkt. Hij is te herkennen aan de witte viltige onderkant van het blad. En inderdaad op mijn ochtendwandeling kwam ik hem hier in Sneek al tegen.
Zowel de paardenbloem als de dijkviltbraam ontbreken in mijn tuin. En dat wilde ik eigenlijk ook zo houden. Al twijfel ik wel over de eerste! Los van het feit dat er niet zoveel werk meer is heb ik toch al wel wat gedaan. Ik heb enig werk verzet in mijn vurige rood-geel-oranje-border aan de zijkant van het huis. Langzaam maar zeker verdwijnen daar de roze, paarse en blauwe planten. Van een tuinvriendin kreeg ik twee Phlomis Russiliana en die kwamen er o.a. voor in de plaats. Maar nu eerst rust in de tuin, ik laat hem over aan de insecten, vlinders en wie weet egels. Het is een grote woeste boel maar dat vinden zijn heerlijk.
Ingrid Wagenaar